Het Heilige Geestweekend is in de eerste decennia van de 21e eeuw een bekend begrip voor de talrijke deelnemers aan de Alpha-cursus. Hieronder een verslag van een vergelijkbaar weekend, in 1978 beschreven, als onderdeel van een vorming tot leven in de Geest, waarschijnlijk met het boekje Vorming tot Gemeenschap.
ZOMAAR EEN WEEKEND
Cees de Kemp o.praem.
Na een periode van flinke tegenvallers kwam er ineens weer een verrassing. Dat zat zo: een tijdje geleden belde iemand me op met de vraag mee te helpen aan een weekend; het ging hierom: een groepje van zeven mensen was bezig met de zeven weken 'inleiding tot het leven in de Geest'; ze waren in de vijfde week aangeland en wilden er een weekend voor uittrekken om zich zo beter voor te bereiden op het gebed om de doorbraak van de Geest. Nu, eerlijk gezegd was mijn eerste reactie die van huiver: wat kan je niet allemaal boven het hoofd hangen? Misschien een paar inleidingen of zo? Gelukkig maar dat ik niet nee heb gezegd, want het is een bijzonder weekend geworden; zo heb ik dat tenminste ervaren. Laat ik proberen er een indruk van te geven.
Zaterdag tegen elf uur kwamen we bij elkaar: een moeder, twee jonge echtparen en een verloofd stel, en dan het team van vier man dat zo'n beetje de leiding zou nemen. We bleken de beschikking te hebben over een ruime zaal in een bejaardencentrum. Zoals het wel meer gaat, in de kortste keren was er een hartelijke sfeer. Iemand zei: 'Het is net of je elkaar al jaren kent'. Ik denk dat het echt iets te maken heeft met je verlangen naar de Heer: je probeert Hem centraal te stellen en als vanzelf vallen dan barrières weg. Je hoeft niet eerst angstig aarzelend af te tasten, zo van: wat heb ik aan die anderen? Je bent geneigd meteen je vertrouwen te geven, gewoon omdat de Goede Meester bij je groep wil zijn. Per slot van rekening waren we in zijn naam bij elkaar.
In die sfeer van vertrouwen was er dan ook de vrijheid om te zingen, om God te prijzen en te danken; iedereen deed spontaan mee. Het trof me dat in de gebeden verschillende keren de honger naar Jezus werd uitgesproken. Dat kon wel eens een heel belangrijk element zijn in de zeven weken: de honger naar de Geest van Jezus aanwakkeren. 'Zalig die hongeren en dorsten…'.
Als centraal thema van die dag was gesteld: de vernieuwing van onze doop. Hoe we dat gedaan hebben? Vrij eenvoudig: er was een inleiding, we hebben in groepjes van twee of drie gewandeld om een en ander verder door te praten, er was tijd om stil voor jezelf te zijn, we hebben samen de Heilige Schrift gelezen en ook samen de borden afgewassen na het eten; dat laatste komt er natuurlijk ook bij! Ter afsluiting van die dag vierden we de Eucharistie. In plaats van de schuldbelijdenis namen we het gebed van Barbara Shlemon 'Bevrijding van het verleden',* en we deden dat met rolverdeling, ieder een stuk.
Achteraf bekeken denk ik dat het beter is aan dit gebed meer tijd te besteden, met flinke pauzen tussen de onderdelen; misschien is het heel geschikt als een aparte oefening. De reden waarom we dat gebed kozen was deze: je doopsel vernieuwen. Dat betekent: breken met je eigen zonden, om vergeving vragen; maar betekent ook: de bevrijding beleven van de negatieve ervaringen die je in de maatschappij hebt opgedaan, genezen van de wonden die anderen je hebben toegebracht.
Tijdens de offerande hebben we geprobeerd persoonlijk ons geloof in Jezus uit te spreken, openlijk tegenover elkaar ervan te getuigen wat we voor Hem betekenen. Zoiets is geen eenvoudige zaak! Op het einde van de derde week staat een toewijding aan Christus; dat gebed kan daarbij een goede steun zijn.
Om half zes waren we met de Eucharistie klaar. Misschien is het tekenend dat we daarna nog gewoon een uur zijn blijven nakaarten, lekker ontspannen wat ervaringen uitwisselen en zo.
Ten slotte ben ik met één van de groep… ergens Chinees gaan eten: we zijn geen strenge asceten en wijzen cadeaus van de Heer allerminst af! Alhoewel, vasten kan nu en dan heel gezond zijn, misschien bijvoorbeeld ter voorbereiding van dagen als deze.
De zondag, daags erna, stond in het teken van de vernieuwing van ons vormsel. We begonnen een uur eerder, om tien uur, en net als de dag ervóór hebben we gezongen, gebeden, geluisterd en gelezen in de Bijbel. Ook nu hadden we weer gelegenheid voor stil gebed, bijvoorbeeld in de kapel, en ook als we samen rond de tafel zaten vielen er soms flinke pauzen van rustige stilte. En niet te vergeten, op een gegeven moment kwamen er verschillende verhalen los, zó humoristisch dat je buikpijn kreeg van het lachen. Twee moesten er die zondag een paar uur tussenuit omdat ze mee moesten voetballen: het ging om het kampioenschap van hun club en daaraan konden ze zich natuurlijk niet onttrekken. Hier proefde ik weer die heerlijke vrijheid: niemand vond dat vervelend, integendeel.
De Eucharistie begon om vijf uur en het half uur ervoor hadden we alleen voor onszelf om ons in stilte voor te bereiden. Een paar bekenden dat ze toch wel een beetje in spanning zaten over wat er zou gebeuren. Dat lijkt me een vanzelfsprekend gevoel; het is een teken dat je het echt beleeft; maar natuurlijk niet te veel aandacht daaraan schenken; en het team heeft ook de taak een rustige sfeer te houden.
Een bijzonder accent kreeg de schuldbelijdenis. Ik denk dat dit juist is: schoon schip maken om zo de Geest van Jezus meer kans te geven. Een persoonlijk onderhoud vooraf of een persoonlijke biecht is dan heel goed op zijn plaats.
De handoplegging hebben we na de Communie gedaan, en wel vanuit de volgende overweging: de Geest vormt eerst brood en wijn om in het Lichaam en Bloed van Christus; we mogen die ontvangen en vragen Hem dan, al gesterkt door zijn voedsel, of zijn Geest ook ons wil omvormen. De overige leden van de gebedsgroep waren ook aanwezig en die hebben tijdens de handoplegging ononderbroken zacht gezongen; ze vormden als het ware een muur van gebed om ons heen. Dat heb ik als bijzonder fijn ervaren: niet nieuwsgierig kijken naar wat er gaat gebeuren, maar in volle overgave intens meebidden. Het is een bijzondere belevenis geworden: een doorbraak, zou je het misschien het beste kunnen noemen. Heerlijk als bijvoorbeeld sommige gaven van de Heilige Geest kansen krijgen, iets van het echte charismatische als ik het zo mag zeggen. Maar dieper gaat iets anders en dat kan ik moeilijk onder woorden brengen: het heeft te maken met de liefde die Jezus vraagt, en ook met een diepe vrede waarin vanzelf de honger opkomt om God te aanbidden … Prijs de Heer, want Hij leeft.
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 1978-6
*Gebed van Barbara Shlemon 'Bevrijding van het verleden' = Gebed om genezing van herinneringen / innerlijke genezing. Zie het boekje 'Ik zou zo graag'