Professor Henau betitelde kleine geloofgroepen ooit als "aanleghavens voor wie opnieuw contact zoeken met de Kerk". Hij zei:
'De huidige situatie van steeds verder schrijdende secularisering toont de noodzaak aan van levendige cellen, waarin de geloofsovertuiging gekoesterd en verder gegeven wordt. (…)
De nieuwe bewegingen zouden een netwerk moeten worden van kleine gemeenschappen, waarin het christen-zijn, op basis van een gedeelde geloofservaring, op een attractieve wijze wordt voorgeleefd.
Zij zouden trefpunten kunnen zijn waar mensen hun geloof ter sprake brengen en bemoedigd worden in hun zoeken naar evangelische radicaliteit.
Zij zouden de parochies die steeds meer uitgroeien tot koepelorganisaties van werkgroepen, kunnen helpen om het gebed te ontdekken als bron en voedingsbodem van elk engagement.
Zij zouden meer spirituele diepgang kunnen geven aan de edelmoedige inzet van tienduizenden vrijwilligers.
Zij zouden ruimte kunnen creëren voor een nieuwe catechumenale aanpak in het pastoraat.
Zij zouden aanleghavens kunnen zijn voor allen die opnieuw contact zoeken met de Kerk, maar tot hun ontgoocheling vaak geconfronteerd worden met een organisatie i.p.v. een gemeenschap.
Dit alles veronderstelt dat pastores van hun koudwatervrees worden bevrijd t.a.v. de nieuwe geestelijke bewegingen. Dit stelt dan weer voorop dat vooroordelen uit de weg worden geruimd.’
Uit “Kleine gemeenschappen in parochieverband - Waarom en hoe?” (Zie www.stucom.nl/document/0220.pdf pag. 19
Prof. dr. E. Henau c.p. (1937-2023) zei dit in Utrecht op 20 mei 1991, tijdens zijn lezing op de Open Dag van de Katholieke Charismatische Vernieuwing. Hij was jarenlang docent pastoraaltheologie, met het accent op gemeenschapsopbouw aan de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat in Heerlen, later ook aan de Katholieke (Radboud) Universiteit van Nijmegen en aan de Katholieke Universiteit Leuven.