Jezus is geboren, in doeken gewikkeld en in een kribbe neergelegd. Hij rust aan het hart van Maria. Hij heft zijn ene hand met een zegengebaar naar ons toe en zijn andere hand rust in die van Maria. De kribbe verwijst naar het graf waaruit Hij zal opstaan op de derde dag na zijn lijden en sterven. De os en de ezel staan voor heel de schepping.
Jezus
De grot is donker, wat duidt op het voor ons ondoorgrondelijke mysterie van Gods menswording. Jozef kijkt vol verwondering toe en overweegt dit mysterie en de woorden van de engel over Maria en haar kind. De kraamvrouw rechtsonder wast het kind Jezus. Dit benadrukt Jezus' menselijke natuur en dat Hij het stof en het vuil van de aarde heeft ondervonden.
Engelen
Boven de geboortegrot verschijnen engelen die Christus' geboorte aankondigen. Links richt Michaël zich tot de herders die neerknielen bij de kribbe. Ze staan op het linkerpaneel. Hij draagt in zijn hand een medaillon dat naar de Eucharistie verwijst. 'Betlehem' betekent 'huis van brood' en Christus noemt Zichzelf het Levende Brood dat uit de Hemel is neergedaald. Rechts richt Gabriël zich tot de wijzen op het rechterpaneel. Hij omvat de ster die hen voorgaat naar de plaats waar Christus geboren wordt. Ze aanbidden Hem en bieden goud, wierook en mirre aan.
Maria
Drie lichtstralen schieten uit de geopende Hemel rechts bovenin naar Maria die door de Heilige Geest is overschaduwd. De drie sterren op haar kleed duiden op haar maagdelijkheid voor, tijdens en na de geboorte van Jezus. Ze ligt op een rood kussen als een byzantijnse keizerin. Ze draagt een blauw onderkleed, wat verwijst naar haar menselijkheid. Het rode bovenkleed heeft de kleur van het Goddelijke, dat verwijst naar haar moederschap van God. Door haar werd de eeuwige Zoon van God als mens geboren.
God ontmoeten
De rotsen vormen traptredes naar de top van de berg. Het is de top waar God en mens elkaar ontmoeten en in Christus met elkaar verenigd worden. God die Zichzelf wegschenkende volmaakte Liefde is en Zichzelf volledig openbaart in zijn Zoon, Jezus Christus. Wie Hem ziet, ziet de Vader (Johannes 12,45). Het eeuwenlange verlangen van Gods volk om Hem te mogen zien van Aangezicht tot aangezicht is vervuld. God toont ons zijn oneindige barmhartigheid.
Wijzelf
God wil ook in ons hart geboren worden en ons laten delen in zijn barmhartige Liefde. Zoals Maria mogen wij Jezus en onze naasten aan ons hart laten rusten, elkaar liefhebben zoals Jezus ons heeft voorgedaan. Zo vormen wij één familie in het geloof en door daden van liefde.
Angelique Hüsstege
Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2016-6