Edgard Peeters
Wat is de Bijbelse oorsprong van deze gaven en wat moeten we hier onder 'gave' verstaan
Traditioneel deelt men de zeven gaven van de Heilige Geest in als volgt:
vrees voor de Heer (of godsvrees)
godsvrucht
kennis (of wetenschap)
sterkte
raad (of beleid)
inzicht (of verstand)
wijsheid.
Bijbelse grondslag
De leer van de zeven gaven vindt zijn oorsprong in een oudtestamentisch 'orakel' van de profeet Jesaja. We citeren uit de Willibrordvertaling (1995):
'Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï, een telg ontbloeit aan zijn wortels. De geest van de HEER rust op hem, een geest van wijsheid en inzicht, een geest van beleid en sterkte, een geest van kennis en ontzag voor de HEER. Hij ademt ontzag voor de HEER' (Jesaja 11,1-3).
Zes of zeven
Onmiddellijk valt op dat deze tekst geen zeven, maar zes gaven (of 'geesten') bevat. Daarmee sluit hij nauw aan bij de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst die ook maar zes gaven telt. Hoe is men dan aan zeven gaven gekomen?
De reden ligt bij de Griekse bijbelvertaling, de Septuagint, die vanaf de derde eeuw voor Christus tot stand is gekomen. Men had wat moeite met het Hebreeuwse woord voor 'ontzag voor de Heer' (yir’àh), dat terugkeert in het 2e en 3e vers. Men vond namelijk dat het woord een tweevoudige betekenis had, die niet in één Grieks woord kon worden weergegeven. Daarom heeft men het ontdubbeld. 'Ontzag voor de Heer' (yir’àh) werd op twee manieren vertaald: als 'godsvrucht' (eusebia) in vers 2, en als 'godsvrees' (fobos theou) in vers 3.
Waarschijnlijk is men op die manier ook tot het getal zeven willen komen, dat in de Bijbel staat voor volheid en volmaaktheid. De Messias heeft immers alle gaven, en het volmaakte, heilige getal is zeven.
Voor Hoofd en alle leden
Deze vertaalwijze had wel belangrijke consequenties. Want de Septuagint effende hiermee de weg voor het ontstaan van de leer van de zeven gaven van de Heilige Geest, een leer die in de eerste eeuwen na Christus een grote ontwikkeling kende. De kerngedachte was de volgende. De genoemde Jesaja-verzen spreken op een profetische wijze over Jezus Christus ('een twijg ontspruit…') en geven aan dat Hij de volheid van de gaven van de Heilige Geest ontving. Wanneer Christus als Hoofd van het Mystieke Lichaam de volheid van de gaven bezit, dan hebben de 'gerechtvaardigden' (de gedoopten) als ledematen van dit Lichaam daaraan automatisch deel. De zeven gaven van het Hoofd gaan dus over op de ledematen. De verzen van Jesaja, zo concludeerde men, gaan dus ook over ons.
Verstaan en omschrijven
Inmiddels had de Vulgaat (de Latijnse Bijbelvertaling uit de 5e eeuw) de Griekse vertaalwijze van vers 2 en 3 nagevolgd. En eigenlijk zijn de hele kerkgeschiedenis door pogingen ondernomen om de werking van de zeven gaven beter te verstaan, te omschrijven of te systematiseren. Talrijke kerkleraren, theologen en mystici hebben zich ermee ingelaten. Maar de meest gezaghebbende interpretatie lijkt toch wel die van Thomas van Aquino (13e eeuw) te zijn. Daarom nemen we hem graag als gids.
Wat is een gave van de Heilige Geest?
Volgens Thomas moet een 'gave' in deze context verstaan worden als een blijvende eigenschap of vervolmaking van de ziel, die ons gevoelig en ontvankelijk maakt voor de leiding van de Heilige Geest.
Omwille van dit blijvende en vervolmakende karakter noemt hij de gave een '(in)gesteldheid' of 'habitus' van de ziel, wat betekent dat de gave er ons permanent op 'instelt', ertoe 'uitrust' om de aansporingen en uitnodigingen van de Heilige Geest op te vangen en te beantwoorden. We zouden dus kunnen stellen dat de gave ons alert maakt voor de ingevingen van de Heilige Geest, ons bereid maakt om hen op te volgen, en ons ontvankelijk maakt voor de stuwing die nodig is om ze te realiseren.
Veerkracht
Kortom, de gaven laten ons toe om God gemakkelijker te horen en te gehoorzamen. Zij geven ons een soort veerkracht mee om zijn wil zonder veel moeite te volbrengen.
Volgens Thomas zijn de gaven noodzakelijk voor ons persoonlijk heil, omdat de tussenkomst van de Heilige Geest werkelijk onontbeerlijk is om ons te brengen tot ons bovennatuurlijk einddoel. Op eigen kracht zouden wij dit nooit kunnen bereiken. Zonder de hulp van God zelf zou het voor ons onmogelijk zijn om onze weg naar Hem toe te vinden.
Genade en medewerking
De gaven zijn trouwens in de eerste plaats afhankelijk van Gods genadewerking. Maar toch is ook onze medewerking vereist. Want God wil zich niet opdringen. Hij respecteert onze vrije wil. Als wij bewust kiezen voor het kwaad en bijvoorbeeld een hoogmoedig en gewelddadig leven leiden, dan belemmeren we de genadestroom en kunnen de gaven onmogelijk ten volle werken. Onze aanvankelijke ontvankelijkheid en bereidwilligheid zullen dan gevoelig minderen. Aan de andere kant kunnen we de gaven cultiveren door echt voor God te kiezen, en het besluit te nemen om Hem niet (langer) door een ongerechte levenswijze te beledigen.
In de volgende artikelen trachten we elke gave kort inhoudelijk te beschrijven.
#
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2016-4. Dit is deel 2 van een serie over gaven, vruchten en charisma's van de heilige Geest.
De hele serie van Edgard Peeters over de zeven gaven van de Heilige Geest in pdf-printversie
Deel 1 staat hier. Meer van Edgard Peeters over gaven, charisma's en vruchten van de Geest