EEN NIEUW LEVEN

Gerard Prins

-“Voor het eerst werd er naar me geluisterd in de godsdienstles. Toen wist ik niet meer wat mij overkwam. Vanaf die tijd ben ik in elke les met de leerlingen gaan bidden, omdat ik zo duidelijk was gaan beseffen dat geloof een gave van God is en geen vrucht van menselijke redeneringen.”

-“Vaak komen ze de klas binnen met de woorden: Meneer, we gaan toch bidden, hè.

-“Bidden in de klas vind ik erg fijn, meestal ben ik op school nog dichter bij God dan in de kerk.”

Deze citaten komen uit onderstaand getuigenis.

Dit is het vijfde jaar dat ik godsdienstles geef op een r.k. huishoudschool. De eerste twee jaren waren erg moeilijk voor me. Ik geloofde wel in God, maar het was een soort afstandelijk geloof. Ik kon wel vertellen over wat ik wist van Jezus van Nazaret, van de Kerk, of de bijbel, maar het raakte me zelf eigenlijk nauwelijks. Als mijn leerlingen me wel eens vroegen: gaat u zelf naar de kerk op zondag?, dan antwoordde ik eerlijk: ja, ik ga, want ik voel dat het mijn plicht is als schepsel om één keer in de week God te eren, maar eerlijk gezegd doet het me maar heel weinig; ik ga alleen maar omdat het zo hoort.

Het was dan ook niet te verwonderen dat ik niemand warm kon krijgen voor onze 'godsdienst'. Met alle mogelijke foefjes probeerde ik het wat interessant te maken. Ik praatte veel over de problemen van de derde wereld, milieu, maar ook daarvoor bleek nauwelijks belangstelling te bestaan. Ik voelde me erg gefrustreerd en dacht bij mezelf: moet ik dat nu tot mijn 65e volhouden?

Verandering

Maar God zij dank kwam er een geweldige verandering in mijn leven. In november 1977 ging ik voor de eerste keer naar een gebedsavond, en het trof me dat de mensen daar zo recht uit hun hart konden bidden. Ik werd ook getroffen door de hartelijkheid waarmee ik ontvangen werd en waarmee ze met elkaar omgingen. Juist in die tijd begon er een zeven-weken-vorming en een intense vreugde en vrede namen bezit van me door de genade en liefde van de Heilige Geest die in mij ging werken. In Christus leerde ik God kennen als een liefdevolle Vader, met oneindige macht, die ieder van ons wil bevrijden van zonden, angst, wanhoop, enzovoort. Vanaf die tijd ging ik God leren kennen van binnenuit. Ik ging Hem niet alleen zien als mijn eigen Vader, maar ook van al mijn leerlingen, die ik van toen af met heel andere ogen ging bezien en benaderen. Ik besefte plotseling hoe onverschillig ik eigenlijk vroeger tegenover hen was geweest, ondanks al mijn mooi gepraat over 'opkomen voor de zwakkeren in de samenleving'.

Na deze geesteservaring ben ik spontaan gaan getuigen in de lessen. De leerlingen keken vreemd op. Zó hadden ze me nog nooit gehoord. Ik had ze nooit verteld dat Jezus van ze hield en ze echt wilde helpen met al hun problemen zoals Hij mij geholpen had. Voor de eerste keer werd er echt naar me geluisterd in de godsdienstles. Toen wist ik niet meer wat mij overkwam. Vanaf die tijd ben ik in elke les met de leerlingen gaan bidden, omdat ik zo duidelijk was gaan beseffen dat geloof een gave van God is en geen vrucht van menselijke redeneringen.

Ik laat hierbij iedereen vrij om mee te doen. Ik zeg altijd dat ze mogen bidden en niet moeten bidden. Ik vraag wel of ze allen stil willen zijn, waaraan ze redelijk gevolg geven. Ieder mag zeggen voor wie ze wil bidden. In de ene klas gaat dit wat beter dan in een andere klas. Vooral in de hogere klassen gaat het schaamtegevoel een grotere rol spelen.

De grootste verandering van deze aanpak heb ik geconstateerd bij de klassen van het individueel onderwijs. Daar kon ik vroeger niets mee beginnen. Het was een voortdurende strijd om de orde te handhaven, waarbij ik gewoonlijk de verliezer was. Nu zijn ze veel rustiger geworden. Ze zijn ook aardiger voor elkaar geworden. Als er ruzie was hebben we een paar maal om vrede gebeden, en de vrede werd hersteld. Vaak komen ze de klas binnen met de woorden: Meneer, we gaan toch bidden, hè. Ze zijn ook minder geremd om te zeggen voor wie ze willen bidden en evenmin zijn ze beschaamd om God te bedanken voor verhoorde gebeden.

Getuigenissen van leerlingen

- Ik bid 's morgens, 's middags en 's avonds. Voor het naar bed gaan bid ik zelfs. Soms voel ik zijn liefde in mij onder het bidden en dan word ik heel gelukkig. Ik voel dan niets meer, ik ben dan heel licht. (2e jaars)

- Wat Jezus voor ons doet kunnen wij nooit terug doen. En dat meen ik ook. Toen mijn zuster in verwachting was bad ik elke avond. En ik vroeg of ze een lief gezond kind zou krijgen. En ze kreeg het ook van God. Daarom ben ik meer in de Heer gaan geloven.

Wilt u dit a.u.b. nooit in de klas zeggen. Ik hou, geloof ik, heel veel van God, en daar ben ik blij om.

In een volgend verslag schreef deze leerlinge het volgende: Toen ik 's morgens om vijf uur hoorde dat het kind geboren was en niets mankeerde, (natuurlijk mankeerde mijn zus ook niets, daar had ik ook altijd voor gebeden, want ze had een kleine kans dat ze in een rolstoel moest als de baby geboren was) ging ik recht naar mijn slaapkamer. Toen heb ik God bedankt dat alles goed was gegaan. Ik bedankte Hem en Hij zei: Ga maar slapen, het is goed, Ik zal voor ze zorgen. Dit verstond ik toen ik gebeden had.

Ik geloof in God, Hij is mijn Vader. Hij is de Vader van iedereen. Ik ga altijd graag naar de godsdienstles, het lijkt net als je het lokaal binnenkomt of God er is en naar ons luistert en dit geeft mij een veilig gevoel. (3e jaars individueel onderwijs)

- Als ik vrijdags 's morgens naar school ga, dan denk ik altijd van: straks doe ik weer iets moois en dat is: ik bid voor mijn opa. Ik heb mijn opa lief. Daarom vroeg ik telkens hulp aan God. Nu is mijn opa thuis en het gaat goed met hem. Ik verneem dat God ons geholpen heeft en daarvoor wil ik Hem bedanken. En nog bedankt! (2e jaars)

- Elke keer voordat we met de les beginnen gaan we bidden. Dat vind ik wel fijn. Hierdoor zijn de ruzies met mijn broer en zus al veel minder geworden. Ook is het beter gegaan met X na de overval. Na die tijd praatten de anderen met mij erover. Zij interesseerden zich ervoor en ik was blij dat ik het aan iemand kon vertellen. Ik móest het aan iemand vertellen. Niemand heeft dit gemerkt. Dus dat bidden heeft me zelf ook opgelucht. (2e jaars)

- Als we eenmaal aan het bidden zijn voel ik me tot rust komen. Toen we in het begin van het tweede jaar zaten wist ik eigenlijk niet wat ze bedoelden met tot rust komen, maar nu begrijp ik dat wel.

Het is de bedoeling uit de Bijbel te lezen, maar dat komt er vaak niet van en dat vind ik jammer. Thuis lees ik ook wel eens uit de Bijbel, bijvoorbeeld 's avonds voor ik slapen ga. En soms heb ik het gevoel als ik in de kerk zit en ik te communie ga dan wil ik wel voor allen bidden. En ik ga, nu ik in de tweede klas zit, veel liever naar de kerk als in de eerste klas, het is wel gek, maar ja. (2e jaars)

- Bidden in de klas vind ik erg fijn, meestal ben ik op school nog dichter bij God dan in de kerk. (2e jaars)

- Sinds wij godsdienst op school hebben ben ik veel meer in God gaan geloven. Ik ben ook bij het koor van de Kruisverheffingskerk gegaan. Ik vind, ik moet ook wat terugdoen aan God, want Hij verhoort mij ook altijd. Laatst bad ik voor een vrouw die ziek was. Ze had nog vijf kinderen. Ze had haast geen kans meer van leven. Toen hoorde ik een paar weken daarna dat zij helemaal beter was. Toen ging ik naar mijn kamer en bedankte de Heer. (2e jaars)

Mijn catechetenpad

Als je deze ongekunstelde geloofsgetuigenissen leest, dan ga je vanzelf met Jezus bidden: ‘Vader ik dank U dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen maar aan kleinen hebt geopenbaard.’

Mijn catechetenpad gaat lang niet altijd over rozen. Ook ik krijg mijn deel in het lijden van de Heer ten bate van zijn kerk.

Er is nog veel tasten en zoeken. Maar ik ervaar de kracht van de Heer in mijn werk en ik ben dankbaar dat Hij mij wil gebruiken. Ik zou willen dat al mijn collega's catecheten ook deze kracht zouden ontdekken, dan wordt godsdienst geven een spannende bezigheid, waarvan je niet overspannen wordt.

Mogen wij allen, verbonden in liefde met onze Heer, veel vrucht gaan dragen, want zonder Hem kunnen wij niets.

Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde, maart 1980

Gerard Prins woonde in Raalte en is overleden op 6 december 2021. Hij heeft zich vele jaren actief ingezet voor de katholieke charismatische vernieuwing in Overijssel en was ook een tijdlang lid van de toenmalige Contactgroep voor charismatische vernieuwing in het aartsbisdom Utrecht.