WAT ZIEN WE OP DEZE ICOON?
De verrezen Heer
Jezus, die is neergedaald in het dodenrijk, heeft de poorten ervan verbrijzeld. Hij staat in een ronde mandorla, de geopende hemel. Naar binnen toe is deze meer duister vanwege het voor ons ondoorgrondelijke mysterie van Gods Liefde. Gouden lichtstralen gaan uit van Jezus, ‘het ware Licht dat iedere mens verlicht’ (Johannes 1,9).
Adam en Eva
Jezus neemt Adam en Eva bij de pols, de levensader. Ze hebben gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad, ondanks dat God hun had gezegd dat ze dan zouden sterven (Genesis 2,17). Nu neemt Christus hen mee uit het graf en voert hen mee naar de Hemel, naar Gods Rijk. Aan Jezus’ linkerzijde staan de koningen David (r) en Salomo. Daarachter de profeten Johannes de Doper, Jona en Ezechiël, die van Hem hebben getuigd. Zoals de mens sterft in Adam, zo herleeft hij in Christus (1 Korintiërs 15,22).
Petrus en Paulus
Aan de rechterzijde van Christus getuigen Petrus en Paulus dat Jezus is opgestaan en aan hen is verschenen. God bekleedt het vergankelijke met onvergankelijkheid en het sterfelijke met onsterfelijkheid. Zo gaan de Schriften in vervulling: ‘Beenderen, ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen … En jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben’ (Ezechiël 37,5-6). ‘De dood is opgeslokt en overwonnen’ (1 Korintiërs 15,54).
GEBED
Opgestane Heer, overwinnaar van zonde en dood, U heeft ons gezegd: ‘De Mensenzoon moet overgeleverd worden in handen van zondaars, gekruisigd worden en op de derde dag weer opstaan.’ (Lucas 24,7*). Neem ons bij de hand, opdat wij deel hebben aan uw verrijzenis en uw liefde. U bent de Alpha en de Omega, de oorsprong en het einde. U maakt alles nieuw. Alleluia.
Amen
Angelique Hüsstege
*Uit Willibrordvertaling 1995. Overige Bijbelcitaten zijn uit de NBV 2004.
Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2018-2