WAT IS HET ‘BEDROEVEN VAN DE HEILIGE GEEST’?

Han van Lijf

We spreken vaak over vervuld worden van de Heilige Geest en de vruchten van de Heilige Geest, maar er bestaat ook zoiets als het ‘bedroeven van de Heilige Geest.’ Wat is dat en waardoor komt het?

De Bijbel spreekt op meerdere plaatsen in het Oude Testament al over het bedroeven van de Geest. In Jesaja 63,10 lezen wij: Maar zij waren opstandig en bedroefden zijn heilige geest. Zo werd Hij hun tot vijand, Hij zelf streed tegen hen. Door de opstandigheid van het volk Israël raakte de Geest van JHWH* teleurgesteld in hen en het volk riep zelfs Gods woede en wrok op; God streed zelfs tegen hen.

Futloosheid

Ook David wist dat hij JHWH en zijn Geest bedroefd had door zijn zonde met Bathseba.

Zo lezen wij in Psalm 51,13: Verban mij niet: ver van uw aanschijn, noch onttrek mij uw heilige geest.

Sommige vertalingen spreken van het ‘wegnemen’ van de Heilige Geest. David realiseerde zich wat dit wegnemen van de Geest betekent voor hem. Hierover spreekt hij in de voorgaande en volgende verzen. Vrij vertaald het volgende: de kracht van God maakt plaats voor gebrokenheid, futloosheid; de volheid van Gods vreugde maakt plaats voor leegte, depressie en stress.

Het jubelen om de verlossing, lofprijzing en blijdschap, maakt plaats voor een lastgevoel en ontevredenheid.

Slecht taalgebruik

Een Nieuwtestamentisch voorbeeld vinden wij in Efeziërs 4,30: Wilt Gods heilige Geest niet bedroeven: gij zijt met zijn zegel gewaarmerkt voor de dag der verlossing. Paulus spreekt in dit hoofdstuk van zijn brief aan de kerk in Efeze over de zonden van de tong. Hij waarschuwt tegen slecht taalgebruik (leugens enz.) en noemt in het volgende vers waarschijnlijk de concrete zonden waarmee de Geest bedroefd kan worden: Wrok, gramschap, toorn, geschreeuw en gevloek, kortom alle boosaardigheid moet bij u verdwijnen (Efeziërs 4,31).

Verloren glorie

Het Oude Testament kent een mooi Hebreeuws woord voor deze situatie, namelijk de toestand van Gods heerlijkheid en zijn Geest te zijn kwijtgeraakt: Ikabod (1 Samuël 4,21). Dit betekent ‘verloren glorie’. Israël raakte de glorie van JHWH kwijt nadat de ark geroofd was door de Filistijnen en verzandde in diepe ellende.

Wat verwacht mag worden

We hoeven misschien niet zover terug te gaan om de gevolgen van het bedroeven van de Heilige Geest te zien. Is ons hart zelf niet soms meer vervuld van stress, ergernis, boosheid en roddel over anderen, gebrokenheid of opstandigheid dan vol van vreugde en dankzegging en lofprijzing, zoals dit bij Geestvervulde rooms-katholieken verwacht mag worden?

Opnieuw vervuld worden

Hoe is het in onze kerken, parochies, samenkomsten enz.? Is er vaak niet een situatie van Ikabod, Gods glorie is ver te zoeken? Lijkt het niet alsof de Heilige Geest zich heeft teruggetrokken en we slechts routinematig onze erediensten houden? Zou het zinvol zijn om vergeving te vragen voor de droefheid die wij Gods Geest hebben aangedaan en te vragen om ons (opnieuw) te vullen met zijn glorie en de volheid van zijn Geest?

#

De Bijbelcitaten in dit artikel zijn genomen uit de Willibrordvertaling van 1975.

*De Naam van God, JHWH, spreken we uit eerbied niet uit. Zoals in de inleiding op de Willibrordvertaling van 1975 staat, worden we gevraagd bij het voorlezen hier ‘de HEER’ te zeggen. Zie het artikel hierover van Jan van Beeck ofm, www.kcv-net.nl/kcv/a/4114

Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2018-1