Weet: de Bijbel is een bieb - Jan van Beeck ofm

Tips voor het Bijbellezen, deel 4 

Als je een bijbel koopt, krijg je meestal één boekdeel, ingebonden, de pagina's keurig genummerd. Het boek lijkt een zeer overzichtelijke eenheid te vormen. Kijk je in de inhoudsopgave, dan zie je al dat het veel ingewikkelder is.

Jan van Beeck ofm

In de inhoudsopgave zie je bijvoorbeeld dat de Bijbel begint met het boek Genesis, waarna het boek Exodus volgt. En daarna volgen er nog vele andere boeken. Bovendien zit er een gezangenbundel in (het boek Psalmen), boeken met spreuken, en heel wat brieven.

Wat je in je hand hebt, is dus slechts in schijn één boek. In werkelijkheid is het een bundeling van tientallen boeken. Als je ooit in een synagoge bent geweest, heb je misschien de boekrollen gezien die daar bewaard worden. In onze Bijbeluitgaven is de inhoud van één zo'n boekrol wellicht vijftig pagina's. Met het dunne papier dat we tegenwoordig gebruiken, hebben die nauwelijks gewicht. In de synagoge is het een indrukwekkend voorwerp.

Honderden jaren

De bibliotheek die je in handen hebt wanneer je een bijbel vasthoudt, heeft nóg iets bijzonders. De oudste boeken stammen van honderden jaren vóór Christus. De jongste delen zijn van omstreeks het jaar 100 na Christus. Deze bieb omvat dus vele eeuwen.

Twee delen

Meestal zie je in de inhoudsopgave dat de bibliotheek die we Bijbel noemen in twee delen verdeeld is: het Oude Testament (oftewel het Eerste Testament), en het Nieuwe Testament.

De boeken van het Eerste Testament vertellen wat God gedaan heeft om zijn volk, het Joodse volk, te vormen, te redden en te begeleiden, en hoe het volk daarop reageerde. Als het volk ontrouw was heeft God het telkens weer vergeven, en heeft Hij telkens weer een nieuw begin gemaakt.

De boeken van het Nieuwe Testament vertellen het leven van Jezus Christus en het ontstaan van de Kerk. We lezen voorts hoe God met de Kerk omgaat en hoe de Kerk uitziet naar de voleinding van de geschiedenis. Ook komt de relatie van de Kerk met het Joodse volk - nog steeds Gods volk! - aan bod.

De Bijbel: werk van Gods Geest

De hele Bijbel is het werk van Gods Geest:

- op de eerste plaats is de geschiedenis van God met het Joodse volk en met de Kerk het werk van Gods Geest;

- op de tweede plaats heeft Gods Geest mensen ertoe aangezet hierover te schrijven;

- op de derde plaats heeft Gods Geest de Kerk ertoe geleid te zien welke geschriften wel en welke niet tot de Bijbel gerekend moeten worden.

Belang van het Oude Testament

Ik hoor wel eens christenen zeggen: 'dat Oude Testament hebben we niet meer nodig; aan het Nieuwe Testament hebben we genoeg!' Is dat zo?

Het Oude (Eerste) Testament is op veel plaatsen moeilijker te begrijpen dan het Nieuwe Testament. De teksten staan eeuwen verder van onze leefwereld af. Het Nieuwe Testament is in het algemeen veel herkenbaarder.

Toch rekent de Kerk het hele Oude Testament tot het gezaghebbende Woord van God, de Bijbel.

Misschien helpen twee gedachten je om het belang van het Eerste Testament te zien:

- Jezus leeft vanuit het Eerste Testament.

- het Eerste Testament spreekt over Jezus.

Ik zal beide gedachten wat verder uitwerken.

Jezus leeft vanuit het Eerste Testament

Jezus zelf behoort tot het Joodse volk. Wil je Jezus begrijpen, wil je je met Hem verenigen, dan heb je het Eerste Testament nodig. In Matteüs 5,17 zegt Jezus: Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten op te heffen. Ik ben niet gekomen om ze op te heffen, maar om ze te vervullen.

'Wet en profeten' is een aanduiding voor de Joodse Bijbel. Dat is ons Eerste Testament. Jezus leeft vanuit deze Joodse Bijbel. Wil je Jezus begrijpen, dan moet je ook die Joodse Bijbel kennen.

Een apart woord over het boek van de Psalmen. Jezus zelf heeft de psalmen gekend en gebeden. Wij bidden ze nog steeds, en doen dat in vereniging met Hem.

Overigens, niet alleen Jezus is Jood; ook Maria, de apostelen, Paulus. Wil je bijvoorbeeld de brieven van Paulus begrijpen, dan moet je de Joodse achtergrond kennen van waaruit hij schrijft.

Het Eerste Testament spreekt over Jezus

Op veel plaatsen spreekt het Eerste Testament al over Jezus. In Lucas 24,25-27 getuigt Jezus zelf hiervan, als hij na zijn verrijzenis met twee leerlingen op weg is naar Emmaüs: Toen zei Hij [Jezus] tot hen: 'Wat zijn jullie toch onverstandig en traag van begrip als het gaat om het geloof in alles wat de profeten hebben gezegd! Moest de Messias niet zo lijden en dan zijn heerlijkheid binnengaan?' En Hij legde hun uit wat in heel de Schrift op Hemzelf betrekking had, te beginnen bij Mozes en alle Profeten.

Let wel: als Lucas dit schrijft, is er nog geen Nieuwe Testament! 'Heel de Schrift' staat op dat moment dus gelijk met: 'heel het Eerste Testament'.

We kunnen ons hier voorstellen dat Jezus de zestig stadiën (ongeveer 12 km) tussen Jeruzalem en Emmaüs gebruikt heeft om de vele voorbeelden te verduidelijken, zoals Abraham die zijn geliefde eerstgeboren zoon moet offeren (Genesis 22). En zoals Jesaja 53,5:

Hij werd doorstoken vanwege onze opstandigheid,

vanwege onze zonden werd hij gebroken.

Hij werd gestraft; ons bracht het vrede,

en dankzij zijn striemen is er genezing voor ons.

Trouwens, vóór zijn sterven spreekt Jezus al vaak over het verband tussen het Oude Testament en Hemzelf. Bijvoorbeeld als Hij zichzelf plaatst naast Salomo en naast Jona (Matteüs 12,40-42).

Matteüs wijst veelvuldig op teksten uit het Oude Testament die in Jezus in vervulling gaan, zoals in 2,15: 'Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen' (= Hosea 11,1).

Een vorige keer zagen wij al dat de beginnende Kerk ziet dat de verrijzenis van Jezus al in Psalm 16 voorzegd is (Handelingen 2,25-28).

Samenvatting

De twee delen van de bibliotheek, die de Bijbel is, kunnen we zien als:

- een deel dat de eerste eeuwen van de geschiedenis van God met het Joodse volk vertelt, en tegelijk vooruitwijst naar Jezus;

- een deel dat vertelt over Jezus en zijn lichaam de Kerk, waartoe ook wij behoren.

In beide delen lezen we over wat God sprak en deed. Met beide delen voedt de heilige Geest ons nu om volk van God te kunnen zijn.

 

Bijbelcitaten zijn uit de Willibrordvertaling van 1995

Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2011-5