Tips voor het Bijbellezen, deel 1
Wil je groeien in je relatie met de Heer, dan is dagelijks Bijbellezen een van de elementen die je kunnen helpen. Maar hoe lees je de Bijbel? In deze serie krijg je enkele praktische tips. Deze keer: de kopjes.
De kopjes in een Bijbeluitgave ogen alsof ze een deel zijn van de Bijbeltekst. Sterker nog, omdat ze doorgaans afwijkend zijn gedrukt, kunnen ze belangrijker lijken dan de gewone tekst. Je kunt dan de neiging hebben ze te lezen, en vervolgens de tekst te verstaan vanuit dat kopje. En daarmee mis je misschien de boodschap. De kopjes horen namelijk niet bij de Bijbeltekst. Ze zijn toegevoegd om een bepaald stukje snel te kunnen vinden. De kopjes in diverse Bijbeluitgaven verschillen dan ook aanmerkelijk.
De verloren zoon
Een voorbeeldje. Wat staat er in jouw Bijbeluitgave boven Lucas 15,11? Veel oudere Bijbeluitgaven geven hier als kopje iets als 'De gelijkenis van de verloren zoon'. Als je vanuit dat kopje Lucas 15,11-32 gaat lezen, is je aandacht gericht op een zoon die verloren is. Je hebt dan de neiging het stukje als voltooid te beschouwen wanneer die verloren zoon terecht is. Wat daarna nog komt, over de oudste zoon, ga je dan lezen als een soort aanhangsel.
Een vader met twee zonen
De Willibrordvertaling van 1995 geeft boven Lucas 15,11 echter als kopje 'Gelijkenis van een vader met twee zonen'. Nu lees je misschien aandachtig verder tot en met het verhaal over de tweede zoon. En je let ook meer op wat de vader van die twee zonen doet.
De zorg om wat verloren is
De Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 geeft boven Lucas 15,11 géén kopje; er staat alleen een kopje boven vers 1 van hoofdstuk 15: 'De zorg om wat verloren is'. Nu ga je misschien het hele hoofdstuk als één geheel lezen. Je ziet dan dat er drie gelijkenissen in staan, en dat die drie met elkaar in verband staan. Een verband dat Lucas al in de eerste verzen aangeeft: Jezus heeft contact met tollenaars en zondaars. Daar hebben farizeeën en schriftgeleerden heel veel kritiek op. Jezus antwoordt hun in drie gelijkenissen, die alle drie gaan over verliezen en terugvinden:
- gelijkenis 1 eindigt met deze uitspraak van Jezus: 'Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben' (Lucas 15,7).
- gelijkenis 2 eindigt met een uitspraak van Jezus die daarop lijkt: 'Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt' (vers 10).
- gelijkenis 3 eindigt open. De oudste zoon staat voor een keuze; wij weten niet wat hij kiest. Het is precies de keuze waar de farizeeën en schriftgeleerden van vers 2 voor stonden. En wellicht ook een keuze waar jij voor staat.
Vermenigvuldiging der broden
Nog een tweede voorbeeld: wat staat er boven Lucas 9,10? De Petrus Canisiusvertaling (1948) geeft 'Eerste vermenigvuldiging der broden'. Het Nederlands Bijbelgenootschap plaatst in haar vertaling van 1951 het kopje 'De spijziging van de vijfduizend'. Elk kopje roept iets anders bij mij als lezer op. Bij 'vermenigvuldiging' denk ik aan rekenen, bij 'spijziging' aan eten geven. De Willibrordvertaling van 1995 geeft een dubbel kopje: 'Terugkeer van de twaalf. Jezus geeft vijfduizend mensen te eten'. Ik betwijfel of dit kopje de lezer echt helpt de tekst goed te verstaan, want als je de tekst goed leest zie je dat het juist de twaalf zijn die de mensen te eten geven. De Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 geeft ook hier géén kopje. Dat maakt het opzoeken niet gemakkelijker, maar het voordeel is dat je vrijer bent om in de tekst te lezen wat er staat.
Het nut van kopjes
Wat is dan het nut van kopjes, als ze ons zo op het verkeerde been kunnen zetten? In de tijd dat de Bijbelteksten voor het eerst opgeschreven werden, gebruikte men geen kopjes. De tekst werd gewoon achter elkaar doorgeschreven, zelfs zonder spaties tussen de woorden, zonder punten en andere leestekens, en zonder verschil te maken tussen gewone letters en hoofdletters. Kennelijk kon men in die tijd zulke teksten lezen. Maar voor ons is dat ondoenlijk.
Wij, mensen van de 21ste eeuw, zijn gewend aan teksten die ingedeeld zijn. Elk woord apart, achter elke zin een punt, na elke alinea een witregel. En dan liefst af en toe een kopje, zodat we een bepaald stukje gemakkelijk kunnen terugvinden.
Kortom: Gebruik kopjes om bij een tekst te komen die je zoekt. Sla ze over als je die tekst leest.
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2011-1