'De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing', schrijft Paulus in zijn brief aan de Galaten (hoofdstuk 5,22-23). Je kunt het zien als negen positieve karaktereigenschappen die de Geest in elke mens wil laten groeien. Door de werking van de Geest in ons kan deze vrucht groeien. Het eerste kenmerk van deze negenvoudige vrucht, de liefde, wordt door Paulus uitvoerig bezongen in zijn onderricht over de charisma's. Dat onderricht staat in zijn eerste brief aan de Korintiërs in de hoofdstukken 12, 13 en 14. 'Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn' (1 Korintiërs 13,2).