Jan van Beeck ofm
Een groepsgebed dat kan leiden tot stilte en luisteren naar God, hoe doe je dat?*
Voordat je begint, is er een informele begroeting, waarin je meteen wat kunt bijpraten van persoon tot persoon. Daarna is er gelegenheid voor ieder die wat te melden heeft, om dat in de hele kring te zeggen. Iemand zegt bijvoorbeeld dat zij een operatie moet ondergaan. Of iemand heeft te melden dat er een gebed verhoord is. Het is goed om dat uit te spreken, zodat iedereen zo'n mededeling hoort. Er kan dan straks een dankgebed of voorbede van worden gemaakt.
Vervolgens is er gelegenheid om de Heilige Geest te vragen. Zonder de Heilige Geest kunnen wij immers niets. Hij moet de leiding hebben.
Een groep die mariaal is ingesteld, zal ook Maria om haar steun vragen.
Lasten afleggen
Dan proberen we onze lasten af te leggen. Dit kan betekenen vergeving vragen voor fouten, maar ook dat we onze zorgen afgeven aan God. Bijvoorbeeld de zorgen over een operatie. Wanneer je een berg gaat beklimmen, neem je zo weinig mogelijk bagage mee, want anders heb je er alleen maar last van.
Danken en loven
Dan gaan we danken. Bijvoorbeeld: wij danken dat God een gebed verhoord heeft. Of we danken Hem dat wij Hem mogen kennen en zijn liefde mogen ervaren. Bij het danken zijn wij zelf betrokken: we danken God voor weldaden die Hij ons heeft bewezen.
Dank gaat als vanzelf over in lofprijzing. We noemen God met namen die zijn heerlijkheid aanduiden: Hij is de Koning, de Heilige, de Redder. Bij de lofprijzing raken we zelf al wat meer op de achtergrond, en komt God meer in het middelpunt van onze aandacht te staan.
Aanbidding en stilte
Lofprijzing op haar beurt gaat over in aanbidding. Namen schieten tekort, we buigen ons voor God, omdat Hij God is. Omdat ook woorden hier al vlug tekortschieten, komt de groep vanzelf tot stilte, al of niet na tongenzang. We zijn in die stilte met God verenigd. Laat die stilte er zijn! Ga niet op dat moment een lied voorstellen of hardop een gebed zeggen.
In die stilte kunnen we horen wat God ons zegt. Die stilte mag minutenlang duren. Probeer ontspannen van de verbondenheid met God te genieten. Laat het aan de gebedsleider over wanneer hij/zij die stilte beëindigt, bijvoorbeeld met de uitnodiging: 'Als je in deze stilte iets van God ontvangen hebt wat voor de hele groep zou kunnen zijn, voel je dan vrij om dat te zeggen'.
Woorden
Misschien heeft iemand een profetie ontvangen, een ander een beeld en weer een ander een woord van kennis of een tekst uit de Bijbel. We laten de woorden tot ons toe, vooral de woorden waarvan we aanvoelen dat God daarin nu tot ons hart spreekt.
Vanuit die woorden gaan we weer bidden. Nu is het geen dankzegging, lofprijzing of aanbidding meer, maar voorbede. We vragen om datgene wat God heeft aangekondigd in de woorden die we ontvangen hebben. Hij heeft in die woorden laten zien wat Hij graag wil geven. Is er bijvoorbeeld een woord geweest 'Wees niet bevreesd, Ik ben met je', dan vragen we God dat we zijn aanwezigheid mogen voelen op momenten dat we angst krijgen.
Terug
Op deze manier komen we weer een beetje in de gewone wereld terug, maar anders dan toen we begonnen. We zijn nu gesterkt door de ervaring van Gods aanwezigheid.
We kunnen nu ook nog andere gebeden uitspreken naar God, bijvoorbeeld voor die persoon die een operatie moet ondergaan. En voor problemen in de grote wereld waarin we leven.
Een passende afsluiting van al die gebeden is het Onzevader, het gebed dat Jezus zelf ons aangereikt heeft, en waarin we dus op een bijzondere manier met en in Hem verenigd worden. We kunnen het hand-in-hand bidden, en we kunnen al onze niet hardop uitgesproken intenties daarbij insluiten.
Wat storen kan
Als je deze opbouw bekijkt, zul je merken dat elke andere volgorde in meerdere of mindere mate storend zal werken. Bijvoorbeeld:
- iemand begint tijdens het dankgebed te vertellen over een aanstaande operatie;
- iemand gaat tijdens de aanbidding danken;
- iemand begint tijdens de stille aanbidding een voorbede te doen.
Ook is het storend als de groep te snel aan de aanbidding begint. Sommige leden zijn nog niet aan aanbidding toe en spreken dan dankgebeden uit. Dan zakt de groep terug van aanbidding naar dankzegging.
Wat helpen kan
De leider van het gebed zal proberen aan te voelen of de hele groep mee kan komen, ook degenen die niet gemakkelijk hardop met eigen woorden bidden. Wat hen kan helpen om God ergens voor te danken is dat je vraagt na het zingen van een danklied iets uit dat lied hardop te herhalen. Of: 'Laten we na het volgende lied ieder - hardop of in stilte - de Heer danken voor iets wat we in de afgelopen tijd van Hem ontvingen'. Als je dan merkt dat de hele groep in het dankgebed meegekomen is, kun je verder gaan met lofprijzing.
Misschien heeft in de stilte niemand een woord of beeld ingegeven gekregen. Dan zijn er altijd nog de Bijbellezingen die op die dag in de Eucharistieviering gelezen worden**. Ook daarin spreekt de Heer ons aan.
Geen verplichting
De opbouw die ik in dit artikel geef, is een beproefd hulpmiddel, geen verplichting. We hoeven niet altijd op deze manier samen te bidden. Wanneer we bijvoorbeeld samen bidden vóór een inleiding, kan het voldoende zijn dat we enkele sterke lofprijzingsliederen zingen. De lofprijzing is er dan om ons in de goede houding te brengen om in de inleiding Gods boodschap te horen. Maar wanneer we samen tot aanbidding en luisteren naar God willen komen, is een opbouw zoals hier geschetst erg belangrijk.
Let wel: soms zal het niet 'lukken'. Maak er geen probleem van. Het is net als met je persoonlijke stille gebedstijd thuis: de ene keer mag je Gods tegenwoordigheid ervaren, de andere keer zit je voor je gevoel maar wat te suffen. Accepteer alles maar zoals het gebeurt. Genade is nooit af te dwingen, we kunnen ons er wel voor openstellen. Dat doen we in zo'n opgebouwde gebedsbijeenkomst.
#
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2013-1
*Zie ook het artikel 'Opgaand en neergaand bidden'.
**Een handig overzicht van die lezingen wordt jaarlijks meegestuurd met Het woord onder ons, verkrijgbaar via dienstencentrum@kcv-net.nl of tel. 0492-554644 en hier te downloaden.