Johan Gierlings
In het nu volgende stukje leeft Johan zich in in Jezus die terugdenkt aan zijn vader Jozef. En daarna in Jezus die vanuit de hemel met ons meeleeft en denkt aan ons.
Rust, nu heb ik even rust, het is nu nacht en ik zit in mijn huis in Kafarnaüm. Ik denk terug aan vroeger. Wat heb ik veel geleerd. Mijn pleegvader had een gereedschapskist, waar hij alles mee kon maken. Wat zijn ogen zagen, dat maakten zijn handen. Ik mis hem wel, hij heette Jozef.
Balk, splinter, zagen en schaven
Als kind leerde hij me timmeren. Ik leerde van alles, van de balk tot en met de splinter, timmeren, schaven, boren, zagen, alles leerde hij me. En uit zijn gereedschapskist kwam telkens het juiste gereedschap. Hij zaagde en schaafde wat af. Eerst werd het hout op maat gezaagd en daarna werd er telkens een laagje afgeschaafd, totdat het hout de juiste dikte had. En dan pakte hij weer een hamer als er een spijker geslagen moest worden. Dat deed me altijd een beetje pijn, maar zelf leerde ik ook spijkers met koppen te slaan.
Meetlat
De gereedschapskist zat vol met goed gereedschap. Een van mijn favorieten was de meetlat, want ik moest ook leren om de juiste maat te nemen. We waren een gelukkig gezin. Jozef leerde me om hout te verbinden, bijzonder waren de pen-en-gatverbindingen. Die waren erg stevig, daar kon je heel wat aan ophangen als ze vast zaten.
Scherpe kantjes eraf
Nu gebruik ik ook gereedschap om mensen te vormen. Ik heb twaalf discipelen, daar heb ik heel wat mee te stellen. Ik schaaf mensen vaak wat bij, om de scherpe kantjes eraf te halen. Sommigen hebben heel wat schuurwerk nodig, vooral die farizeeërs, daar zitten heel wat knoesten tussen. Sommige huizen die ik opknap zijn echte bouwvalletjes, maar hoe groter de rommel hoe meer eer er aan te behalen valt. Zoals bijvoorbeeld Maria Magdalena: die zeven geesten in haar hadden een puinhoop van dat huisje gemaakt. Gelukkig was er nog heel wat van te maken.
Voor elk mens het juiste gereedschap
Jozef leerde altijd om het juiste werktuig te gebruiken en dat doe ik nu nog steeds. Een bemoedigend woord voor de een, voor de ander soms een vermaning. Ook verbind ik mensen met elkaar. Echt vakwerk is dat, want het moet een heel leven mee. Voor elk mens pak ik het meest geschikte gereedschap. Ik heb er mijn eigen huis in Kafarnaüm mee verbouwd.
En nu
Die gereedschapskist heb Ik nog. 'Voor elke gelegenheid het juiste werktuig,’ dat is mijn devies. Ik heb het druk, maar Ik neem nog steeds werk aan. Ik timmer aardig aan de weg, zou je kunnen zeggen. Geen klus is Me te zwaar, dus kom het Me maar vragen. Ik doe het graag. Als je hulp nodig hebt, dan kom Ik en neem Ik mijn gereedschapskist mee. En je zult zien, als je huis af is, dan herken je het niet meer terug.
Samen aan de weg timmeren
En jij, als je wilt, dan mag je Me helpen, dan leer Ik jou ook hoe je mijn gereedschapskist kunt gebruiken. Voor elke klus het beste werktuig, kom maar, je hoeft het Me alleen maar te vragen, dan timmeren we samen aan de weg. In liefde verbonden,
De Zoon van de timmerman
TOELICHTING
Dit stukje heb ik geschreven, toen ik moest denken aan de jeugd van Jezus Christus. Jezus was naast volledig God ook volledig mens. En dat betekent dat Hij ook als mens van zijn pleegvader Jozef mocht leren. Ik geloof dat Jozef aan Jezus het vak van timmerman geleerd heeft. En omdat Jezus al aangevoeld moet hebben dat Hem lijden te wachten stond, heb ik geschreven dat het slaan van spijkers Hem een beetje pijn deed. Het doet denken aan de latere kruisiging. En ik vond het een mooi beeld dat Jezus de praktische timmerlessen omzette in praktische geestelijke lessen, zoals de vergelijking van de balk en de splinter. Daar had Hij in de werkplaats van Jozef vast mee te maken gehad. En Hij zal misschien zelf ook wel eens een splinter in zijn hand of oog gehad hebben, anders Jozef wel.
Levenslessen van Jozef
Omdat Jozef een rechtschapen man was, zal hij, naast het schaven en timmeren, ook levenslessen aan Jezus geleerd hebben. En deze lessen heeft Hij, waarschijnlijk, later ook gebruikt in zijn onderwijs.
Jezus was zelf ook timmerman (Marcus 6,3) en Hij had een eigen huis in Kafarnaüm (Matteüs 4,13). Ik geloof dat het voor de hand ligt dat Hij daar zelf ook aan verbouwd of gebouwd heeft. En nu bouwt Hij nog steeds aan een geestelijke tempel. Petrus, die Jezus in Kafarnaüm bezig zag, schreef later: Laat u als levende stenen opbouwen tot een geestelijke tempel, tot een heilig priesterschap dat geestelijke offers opdraagt, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus (1 Petrus 2,5).
Je innerlijk huis bouwen
In geestelijk opzicht bouwt Jezus ook aan mensen die hun innerlijk als een huis mogen zien. Ook daar wil Jezus aan bouwen en als we het Hem vragen, dan mogen wij als zijn dienstknechten ook leren mee te helpen bouwen aan onszelf, onze medemensen en aan de nieuwe aarde. Maar wel met zijn gereedschap en onder zijn leiding.
Respectvol
Jezus gaat met iedereen om op een manier die het beste bij die individuele persoon past, vandaar de vergelijking met het juiste gereedschap.
Het stukje weerspiegelt ook het beeld dat ikzelf bij de jeugd van Jezus heb. Ik kan niet met zekerheid zeggen dat het zo ook werkelijk is gebeurd. Daarvoor spreekt de Bijbel te weinig over de jeugd van Jezus. Ik heb geprobeerd het stukje zo respectvol mogelijk te schrijven, want Jezus is ook God en ik wil Hem geen woorden in de mond leggen die Hij niet gezegd zou kunnen hebben.
Het blijft een verhaal dat ik geschreven heb. Wel hoop ik dat het in de geest van Jezus geschreven is en dat het mensen dichter bij Hem brengt.
Johan Gierlings
Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2021-2