Bij het charisma dat delen of uitdelen genoemd wordt door Paulus - in Romeinen 12,6-8 - kun je denken aan vrijgevigheid en oog voor financiële en materiële ondersteuning.
Liesbeth Wilking schrijft over dit charisma in dit artikel: 'Ik vond meerdere gaven die mij wel wat leken en koos uiteindelijk vrijgevig zijn en delen (Romeinen 12,8b). De getuigenissen van anderen in ons deelgroepje waren verrijkend: iemand vertelde dat hij al de vloeren bekostigde van mensen die in financiële moeilijkheden waren. De vraag rees waar de grens is van vrijgevigheid en we waren het erover eens dat je hart het aangeeft. Ik ben zelf ook financieel beperkt en ervaar immense goedheid van gulle gevers. Ik heb altijd gegeven onder het motto 'wie kan delen is rijk, wie niet kan delen is arm'. Uiteindelijk was het een bevestiging van mijn voornemen en een bemoediging nog meer mijn plaats in te nemen en te geven: geld, middelen, materialen, voedsel, eigen tijd en capaciteit. Zowel geven als ontvangen maakt nederig en blij. Gierige mensen zien er ook uit als zuurpruimen. Mensen die geven, stralen en blijven er jong uitzien.
Tienden geven
Ik citeer nog even wat hierover stond op het blaadje dat we van Jolanda kregen: 'Deze gave is niet beperkt tot rijke mensen. Veel rijken zijn immers geen gevers, maar hebbers! Iedereen is geroepen om tienden te geven*'. Dit wil zeggen: 10% van je netto of bruto inkomen. Mijn kamergenoot, die ik middernacht in het donker ontmoette (ik wist totaal niet welk gezicht ik me bij haar moest voorstellen) vertelde me dat ze een Franstalige Bijbel had gekocht voor iemand in haar parochie. Ze is financieel beperkt en de verkoopster gaf 50% korting. Zo komt de hemel op aarde. Bevrijdend.' Dat zover een citaat uit dit artikel.
Gul voor jezelf en een ander
Liesbeth kende in haar omgeving ook iemand die altijd hetzelfde weggaf van wat hij zelf kocht. 'Kocht hij een jas dan kocht hij idem voor een ander, kocht hij een auto dan gaf hij eenzelfde bedrag weg. Echt inspirerend. Hij was gul voor zichzelf en een ander, een goedmoedig man.'