Pater Leo van der Klaauw a.a.
Over Paulus is veel geschreven en gesproken. De meningen variëren over hoe hij als mens was. Sommigen menen dat hij veranderd is van een slecht mens naar een goed mens. Maar is dat zo?
Was hij van tevoren zo slecht? Hijzelf dacht van niet. Hij was ijverig voor zijn geloof en trots op zijn prestaties. In de Bijbel maken we kennis met een Paulus die voor en na zijn bekering dezelfde ijver en inzet toonde, maar voor verschillende doelen.
Voor de bekering
Paulus is trots op wie hij is en wat hij heeft bereikt. Hij zegt en schrijft: 'Ik ben een Jood. Tarsus in Cilicië is mijn geboorteplaats, maar hier in Jeruzalem ben ik grootgebracht. Als leerling van Gamaliël ben ik nauwkeurig onderwezen in de wet van onze voorouders en ik ben een vurig dienaar van God, zoals u dat allen hier bent.' (Handelingen 22,3*). 'Velen van mijn leeftijdgenoten was ik ver vooruit in de joodse leer en ik was overijverig waar het ging om de overleveringen van mijn voorgeslacht.' (Galaten 1,14*)
Het beeld van Paulus voor zijn bekering is niet erg fraai. In de huidige samenleving zou Saulus, zoals hij voor zijn bekering heette, een fundamentalist zijn. Zijn doel heiligde de middelen en daar was hij trots op. 'Ik voor mij meende fel te moeten optreden tegen alles waar de naam van Jezus van Nazaret aan verbonden was. Daar ben ik in Jeruzalem mee begonnen. Met volmacht van de opperpriesters heb ik er veel christenen gevangengezet, en als ze ter dood werden gebracht, stemde ik ermee in. Er was geen synagoge of ik heb er meer dan eens door lijfstraffen geprobeerd hen te dwingen hun geloof af te zweren. In tomeloze woede heb ik ze zelfs in de steden buiten ons land vervolgd.” (Handelingen 26,9-11*)
Als Saulus ging Paulus te ver in zijn ijver, al was het in zijn ogen met een goede bedoeling. Saulus leefde vanuit zijn joodse geloof en dat was op zich iets goeds, zoals hij ook het geloof zou roemen van zijn voorouders (2 Timoteüs 1,3). De latere Paulus veroordeelt de overdreven ijver van zijn jeugd. Hij veroordeelt niet de joodse wet. Zoals hij zelf zegt: Die is goed als we haar op de juiste wijze gebruiken (1 Timoteüs 1,8). Voor Saulus was het geloof een soort ideologie geworden. De christenen waren in zijn ogen fout omdat ze afweken van zijn ideologie. Hij vond zichzelf heel goed, maar op een zelfgenoegzame manier. Totdat hij op weg naar Damascus Jezus ontmoette, niet als theorie, maar als persoon. En dat bracht een grote verandering.
Bekering van Paulus
Zijn bekering
Saulus was een bedreiging voor de leerlingen van de Heer. Hij stond hen naar het leven. Hij ging naar de hogepriester en vroeg hem om brieven, bestemd voor de synagogen van Damascus, die hem de bevoegdheid gaven om mannen en vrouwen die van die richting waren, gevangen te nemen en naar Jeruzalem te brengen (Handelingen 9, 1-2).
En onderweg daarheen, toen hij Damascus al naderde, was het dat hem plotseling een licht uit de hemel omstraalde. Hij viel op de grond en hoorde een stem: 'Saul, Saul, waarom vervolg je mij?' Saulus zei: 'Wie bent U, Heer?' De stem zei: 'Ik ben Jezus, degene die jij vervolgt' (Handelingen 9,3-5).
De ontmoeting met Jezus heeft Saulus een grote schok gegeven. Eigenlijk zijn alle waarden in zijn leven toen veranderd. De dingen waarvoor hij zich tot dan toe had ingespannen werden onbelangrijk. 'Wat winst voor mij betekende, ben ik als verlies gaan zien omwille van Christus. Ja, sterker nog: alles beschouw ik als verlies, omdat het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, alles te boven gaat. Om Hem heb ik alles prijsgegeven; voor mij is alles vuilnis, omdat het mij erom gaat Christus te winnen en met Hem één te zijn' (Filippenzen 3,7-9a).
Dat wil niet zeggen dat hij het voortaan gemakkelijk kreeg. Paulus mocht niet langer zelfgenoegzaam zijn. Zijn zucht naar wettische heiligheid heeft hij leren zien als verkapte hoogmoed. Christus had hem uitgekozen tot zijn werktuig, maar Hij zou hem ook laten zien hoeveel hij om de naam van Christus zou moeten lijden (Handelingen 9,16).
Na zijn bekering
In de brief aan de Galaten vertelt Paulus haarfijn hoe zijn gedachten na zijn bekering zijn: U bent geroepen om vrij te zijn, broeders en zusters. Maar gebruik die vrijheid niet als voorwendsel voor zelfzucht. Nee, wees elkaar juist dienstbaar in een geest van liefde. Want de hele wet is vervat in dit ene gebod: Heb uw naaste lief als uzelf. Maar als u elkaar als dieren bijt en verscheurt, pas dan maar op dat u niet door elkaar verslonden wordt.
Ik bedoel dit: laat u in uw levenswandel leiden door de Geest, dan zult u geen gevolg geven aan zelfzuchtige verlangens. Want wat onze zelfzucht verlangt, is strijdig met wat de Geest verlangt, en omgekeerd. Ze zijn elkaars vijanden, met het gevolg dat u niet kunt doen wat u zou willen. Maar als u zich laat leiden door de Geest, bent u niet aan de wet onderworpen.
Het is duidelijk wat allemaal uit ons zelfzuchtige ik voortkomt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en magie, haatgevoelens, ruzie, afgunst, uitbarstingen van woede, eigenbelang, geschillen, partijzucht, jaloezie, drinkgelagen, zwelgpartijen en meer van dergelijke dingen. Evenals vroeger waarschuw ik u ook nu: wie dergelijke dingen doen, krijgen geen deel aan het koninkrijk van God.
Maar wat de Geest doet groeien en rijpen, is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid en vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Daar heeft de wet niets op tegen. Wie Christus Jezus toebehoren, hebben hun zondige aard met zijn hartstochten en verlangens aan het kruis geslagen. Als we leven door de Geest, moeten we ook in het spoor van de Geest verdergaan. Laten we niet verwaand doen, en elkaar niet uitdagen en benijden. (Vergelijk Galaten 5,13-26)
Paulus op Icoon van erkenning
Soms een schok nodig
Er was dus een schok nodig om Paulus van koers te doen veranderen. Soms is zo'n schok ook bij ons nodig om te zien wat er ontbreekt. Paulus liet zich grijpen door Christus. Kiezen voor een persoon: daar kun je warm van worden. En als we dan ons laten leiden door de Geest van Jezus, dan volgen alle goede dingen vanzelf. Dan gaan we vrij en uit overtuiging al het goede doen. En dat alles betekent hoge idealen, maar we mogen daar in ons eigen tempo naar groeien.
Deze tekst is gebaseerd op een preek van pater Leo van der Klaauw a.a. tijdens Generations 2014. Bewerking met zijn instemming: Karoll Kock.
*De Bijbelcitaten zijn gebaseerd op de Willibrordvertaling 1978, die wat het Nieuwe Testament betreft ook gebruikt wordt in het Lectionarium.
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2015-5