Meerdere overleveringen samengevoegd - Jan van Beeck

Tips voor het Bijbellezen, deel 5

Genesis 37 vertelt hoe Jozef wordt verkocht door zijn broers. Als je het verhaal goed leest, lijken sommige details niet echt met elkaar te kloppen.

Eerst lezen we dat de verhouding tussen Jozef en zijn broers zeer gespannen is geworden. Jozef vertelt aan zijn vader Jakob de praatjes door die over zijn broers de ronde doen, Jakob houdt meer van Jozef dan van zijn andere zonen, Jakob geeft Jozef een prachtig veelkleurig bovenkleed, Jozef gaat dromen dat de hele familie voor hem neerbuigt… dat wordt hommeles. Jakob stuurt Jozef eropuit om zijn broers op te zoeken; Jozef treft hen aan in Dotan. Dan lezen we vanaf vers 18 (in de Nieuwe Bijbelvertaling):

18 Zijn broers zagen hem al van ver, en nog voordat hij hen had bereikt, hadden ze een plan beraamd om hem te doden. 19 'Kijk daar eens,' zeiden ze tegen elkaar, 'daar komt die meesterdromer aan. 20 Dit is onze kans! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien. We zeggen gewoon dat hij door een roofdier is verslonden. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen uitkomt.' 21 Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te redden. 'Nee, laten we hem niet om het leven brengen,' zei hij. 22 'Er mag geen bloed vloeien! Gooi hem in die put hier, in deze verlaten streek, maar breng hem niet om.' Zo wilde hij Jozef uit hun handen redden en hem ongedeerd naar zijn vader terug laten gaan. 23 Zodra Jozef bij zijn broers was gekomen, trokken ze hem zijn bovenkleed uit, dat mooie veelkleurige gewaad, 24 en gooiden hem in de put; de put was leeg, er stond geen water in. 25 Daarna gingen ze zitten eten. Opeens zagen ze een karavaan naderen. Het waren Ismaëlieten die uit de richting van Gilead kwamen en op weg waren naar Egypte. De kamelen waren beladen met gom, balsem en cistushars.

26 Toen zei Juda tegen zijn broers: 'Wat hebben we eraan om onze broer te vermoorden? Dan moeten we ook de sporen weer zien uit te wissen. 27 Laten we hem aan die Ismaëlieten verkopen in plaats van hem om te brengen; hij is tenslotte onze broer, ons eigen vlees en bloed.' De anderen stemden hiermee in. 28 Toen er Midjanitische kooplieden uit de karavaan voorbijkwamen, trokken de broers Jozef uit de put en verkochten hem voor twintig sjekel, en die Ismaëlieten namen Jozef mee naar Egypte.

29 Toen Ruben weer bij de put kwam en ontdekte dat Jozef er niet meer in zat, scheurde hij zijn kleren. 30 Hij ging naar zijn broers terug. 'De jongen is weg!' riep hij. 'Wat nu, wat moet ik nu!' 31 Toen slachtten ze een bokje, pakten Jozefs veelkleurige gewaad en dompelden dat in het bloed. 32 Daarna lieten ze het naar hun vader brengen met de boodschap: 'Dit hebben we gevonden. Kijk eens goed, is dit niet het kleed van uw zoon?' (…)

36 De Midjanieten brachten Jozef naar Egypte en verkochten hem aan Potifar, een hoveling van de farao en commandant van zijn lijfwacht.

Ruben of Juda?

Een aangrijpend verhaal over spanningen binnen een familie, zoals we in onze tijd ook meemaken. Als je goed leest, ontdek je bepaalde inconsequenties in het verhaal:

- De broer die voor Jozef opkomt is in vers 21 Ruben*, in vers 26 Juda, in vers 29 weer Ruben.

- de kooplieden zijn nu eens Ismaëlieten, dan weer Midjanieten. Twee verschillende volken.

Het zijn kleine verschillen, die het geheel van het verhaal onberoerd laten, maar het zijn verschillen. Je krijgt de indruk dat er minstens twee verschillende sprekers aan het woord zijn.

Dit gebeurt bijna voortdurend in de boeken Genesis, Exodus en Numeri. De Bijbelwetenschap heeft in de laatste eeuwen veel moeite gedaan om deze inconsequenties te verklaren. Ze heeft ontdekt dat de Bijbeltekst opgebouwd is uit verschillende overleveringen.

Dinsdag of woensdag?

Je hebt misschien wel eens met twee mensen gesproken die samen op vakantie waren geweest, bijvoorbeeld naar Rome. Vol enthousiasme vertellen ze erover, maar voortdurend hebben ze een verschillend verhaal. De een zegt dat ze op dinsdag naar de Sint-Pieter gegaan zijn, maar de ander weet zeker dat het op woensdag was. De een zegt dat ze op de heenreis Milaan aangedaan hebben, de ander zegt: op de terugreis. Je denkt steeds: zijn jullie echt samen op reis geweest? Ja, toch wel, maar het verhaal leeft in elk van beiden op een andere manier voort.

Mondeling overgeleverd

Jozef leefde omstreeks 1700 vóór Christus. Honderden jaren lang worden de verhalen over hem mondeling - later ook schriftelijk - binnen de twaalf stammen overgeleverd. Er ontstaat een bundeling van overleveringen in het Zuidrijk, en een bundeling in het Noordrijk. De bundel in het Zuidrijk heeft meer aandacht voor Juda, omdat daar de stam Juda gevestigd was. De bundel van het Noordrijk heeft meer aandacht voor Ruben, want de stam Ruben hoort bij het Noordrijk. Wat er oorspronkelijk gebeurd is, kunnen we nu niet meer achterhalen. Wellicht zijn beide broers actief geweest om Jozef te redden, maar wordt in het Zuidrijk de rol van Juda benadrukt, in het Noordrijk die van Ruben.

Overleveringen samenvoegen

In 587 vóór Christus begint de Babylonische ballingschap. Jeruzalem is met tempel en al verwoest. Alle tastbare rijkdom van het Joodse volk is verloren. De priesters gaan zich nu richten op de geestelijke rijkdom. Ze gaan de overleveringen samenvoegen tot een ordelijk geheel. Zo ontstaan o.a. de vijf boeken die we de Tora noemen. Daarvan vormen de boeken Leviticus en Deuteronomium beide een oorspronkelijk geheel; Genesis, Exodus en Numeri worden samengesteld uit diverse overleveringen.

De priesters hebben bij hun werk de eigenheid van de diverse overleveringen gerespecteerd. Ze hebben de verschillen natuurlijk wel gezien, maar niet allemaal weggepoetst. Veel verschillen bleven naast elkaar bestaan. Zo ontstonden kleine inconsequenties in de teksten, zoals we zagen in Genesis 37.

De Heilige Geest

Is de Bijbel dan niet onder inspiratie van de Heilige Geest tot stand gekomen? Jawel, maar dat betekent niet dat de Heilige Geest de woorden dicteerde en de schrijvers van de Bijbel ze vervolgens precies zo opschreven. Natuurlijk kan het in bepaalde gevallen voorkomen dat de Heilige Geest iets woord voor woord ingeeft - dat maken we ook in de huidige tijd mee. Maar de rol van de Heilige Geest bij de totstandkoming van de Bijbel is veel ingewikkelder. Ik heb die rol in een vorige aflevering al enigszins getekend, en doe dat ter wille van de duidelijkheid graag opnieuw:

- De Heilige Geest heeft een rol gespeeld in de gebeurtenissen die in de Bijbel beschreven staan.

- De Heilige Geest heeft een rol gespeeld toen die gebeurtenissen mondeling werden overgeleverd en schriftelijk werden vastgelegd.

- De Heilige Geest heeft een rol gespeeld toen de Kerk vaststelde welke boeken tot de Bijbel behoren.

- De Heilige Geest helpt ons hier en nu te verstaan wat God ons vandaag door deze teksten wil zeggen.

*In een aantal handschriften staat hier de naam Juda. O.a. de Willibrordvertaling van 1995 volgt deze handschriften.

 Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 2011-6