Cees de Kemp o.praem.
Velen van u zullen wel het blauwe boekje 'Nieuw leven in de Geest' kennen of het groene 'Vorming tot gemeenschap'. Dat laatste is door André Beijersbergen samengesteld. Beide boekjes helpen je iedere dag een stukje uit de bijbel te nemen, daarover na te denken en te bidden. Je zou kunnen zeggen: een moderne vorm van retraite. Met dit verschil dat je je niet voor een aantal dagen in afzondering terugtrekt in een bezinningsoord of zo, maar dat je thuis blijft. Je bezigheden gaan gewoon door, maar je knijpt er elke dag een stuk tijd af voor bezinning en gebed. Dat doe je in je eentje. Maar iedere week kom je met een aantal anderen samen voor onderricht en verdere instructie; en je kunt er je eigen ervaring of problemen met deze aanpak kwijt. Dat gebeurt allemaal heel informeel en bijna huiselijk. En alles samen neemt dat, schrik niet, zo'n zeven weken in beslag. Dat is niet mis! Als het goed verloopt zitten er kansen in voor een enorme verdieping van je geloof. Laat ik het zo zeggen: het blijft geen theorie meer, maar je gaat er warm voor lopen. Om het eens mooi 'charismatisch' te zeggen: je laat je door de Geest inpalmen.
bedoeling
Nu heeft ook de Duitse theoloog Heribert Mühlen zo'n boekje geschreven, bedoeld dus voor mensen die aan zo'n vorming van zeven weken willen deelnemen. Dat is drie jaar geleden uitgekomen en mikt op de eerste plaats op Duitse situaties. Maar die in Nederland verschillen er niet zo veel van en zo komt het nu ook in Nederlandse vertaling uit. De schrijver zelf is katholiek, maar aan zijn boek hebben ook drie protestanten meegewerkt. Oecumenisch dus! Het richt zich bovendien niet enkel tot praktiserende gelovigen, maar ook tot zogenoemde randkerkelijken of tot mensen die nauwelijks geloven en toch ergens honger hebben naar meer dan materieel bezit.
hoe zit het in elkaar
Het boek is in zeven hoofdstukken verdeeld. Elk hoofdstuk is weer onderverdeeld in zeven thema's, voor iedere dag een. Telkens worden er een of meer stukken uit de Bijbel gegeven en daarbij geeft de schrijver dan een inleiding en uitleg.
Er zit lijn in. Om een beetje een indruk te geven: het eerste hoofdstuk gaat over de zin van het leven. Waarmee ben je nou eigenlijk bezig? Kun je hierover misschien antwoorden in de Schrift vinden? Het tweede hoofdstuk handelt over God, niet een vaag levensprincipe, maar een persoonlijke, levende God. Het derde over je wantrouwen tegenover Hem, het vierde over Jezus Christus. De laatste twee hoofdstukken gaan meer speciaal over de gaven die de Heilige Geest ook tegenwoordig wil schenken, net als in de jonge Kerk. De eerste dag van elke week leidt de lezer in tot een bepaalde, vrij concrete stap. De tweede week bijvoorbeeld begint met een uitnodigende inleiding om hardop en persoonlijk te bidden, de derde met een inleiding over lichaamshoudingen (ook het lichaam bidt mee!), de zesde over het samen bidden met mensen van andere kerken. Bijzondere aandacht verdient m.i. het slot van de derde week: daarin komt genezing van innerlijke verwondingen aan de orde.
hoe uitgewerkt?
Het boek legt de lezer niet zomaar lekker in de watten, het durft hem ook stevig aan te pakken en uit te dagen tot daden. Ik proef hierin iets van de Duitse 'Gründlichkeit'. Zo wordt er bijvoorbeeld gevraagd iedere dag een half uur aan bezinning en gebed te besteden. Alstublieft! Je wordt geconfronteerd met de vraag wat nou eigenlijk de motieven van je manier van leven zijn: waarom leef je zo, zoals je op het ogenblik doet? Misschien een vervelende vraag, maar heel gezond, lijkt me. Ook maatschappijkritiek gaat de schrijver niet uit de weg. En voortdurend plaatst hij je midden in de gemeenschap van gemeente of parochie. Daar gaat het om: niet alleen dat jij als individu Gods bevrijdende kracht ondervindt, maar vooral dat je zo de kracht krijgt om samen met anderen de Kerk in jouw omgeving levend te houden, of eventueel tot nieuw elan te brengen. Een ver reikende visie!
Toch ligt het accent niet op wat wíj zo nodig allemaal moeten doen. Dat zou niets anders zijn dan modern activisme en daartegen wordt al jaren gewaarschuwd. Nee, het accent ligt veel sterker op de andere kant van het leven: je láten bevrijden, in een ontvankelijke houding gaan staan, je openstellen voor de kansen die God je echt wil geven. De voortdurende ondertoon van het boek is dat we zonder de Geest van Jezus met lamme handen staan.
Het is dus een meditatieboek, dat wil zeggen: het helpt je om tot gebed te komen. Maar gaandeweg verandert dat karakter enigszins. Je zou bijna zeggen dat in de schrijver steeds meer de theoloog, de leraar aan het woord komt. Niet dat hij geleerd schrijft, maar hij vergeet als het ware dat hij een meditatieboek wou samenstellen, en hij is bezig een hoop informatie over de charismatische vernieuwing te geven. Dat heeft misschien het nadeel dat het meditatieve karakter minder wordt, maar daar tegenover staat het grote voordeel dat hij allerlei praktische kwesties aansnijdt als bijvoorbeeld tongentaal, de profetie, hoe je het beste getuigenis kunt geven, hoe een gebedsavond opgebouwd kan worden. En aan alles proef je dat de schrijver er met hart en ziel achter staat, niet zwevend, maar met beide benen op de grond, met open oog ook voor bepaalde risico's.
Ten slotte, als een rode draad loopt door het boek de overtuiging die in de volgende zin uit de eerste brief van Johannes verwoord is: 'We hebben het gehoord en met eigen ogen gezien; we hebben het aanschouwd en onze handen hebben het aangeraakt. Daarover spreken wij' (1 Johannes 1,1). Je geloof in Jezus Christus beleven, dat heeft niet uitsluitend met onzichtbare dingen te maken, dat kan handen en voeten krijgen, heel tastbaar worden, om zo te zeggen experimenteel ervaarbaar; je kunt het horen en zien en aanraken. Dat klinkt misschien heel gewaagd in onze nuchtere Hollandse oren en toch: wat hebben wij als Kerk te bieden als er niets bij ons te zien, te horen en te beleven valt? Ergens mogen we de pretentie hebben dat het aan ons te merken is dat we in Christus zijn. Of niet soms…?
Uit Bouwen aan de Nieuwe Aarde 1979-2