Romeinen 12

Paulus noemt in zijn brief aan de Romeinen, in hoofdstuk 12, zeven charisma's

De geestelijke gaven die wij bezitten, verschillen naar de bijzondere genade die ieder van ons is geschonken.

Is het de gave van de profetie, gebruik die dan in overeenstemming met het geloof.

Is het de gave van dienstbetoon of van lering, leg u dan toe op dienstbetoon of onderricht.

Wie anderen kan bemoedigen, moet dat doen.

Wie iets heeft uit te delen, moet het zonder bijbedoelingen wegschenken.

Als u leiding geeft, doe het met ijver,

als u barmhartigheid bewijst, doe het blijmoedig.