In christelijk perspectief is een charisma veel meer dan een persoonlijke eigenschap, meer dan een aanleg waarmee men begiftigd kan zijn: het charisma is een genade, een gave door God Vader geschonken bij middel van de werking van de Heilige Geest. En het is een genade die aan iemand wordt geschonken, niet om knapper te zijn dan de anderen of omdat men het verdiend heeft. Het is een geschenk van God zodat men het, met dezelfde vrijgevigheid en met dezelfde liefde, ten dienste van de hele gemeenschap kan stellen, voor het welzijn van allen. Om het enigszins in mensentaal te zeggen: “God geeft deze eigenschap, dit charisma aan deze persoon niet voor hemzelf, maar ten dienst van de hele gemeenschap”.
Een belangrijke zaak die onmiddellijk moet onderlijnd worden is het feit dat iemand niet uit zichzelf kan verstaan dat hij een charisma heeft, en welk. (…) Het is binnen de gemeenschap dat de gaven ontluiken en openbloeien waarmee de Vader ons overstelpt; het is in de schoot van de gemeenschap dat men ze leert onderscheiden als teken van zijn liefde voor al zijn kinderen. Daarom is het goed dat ieder van ons zich de vraag stelt: “Is er een charisma dat de Heer in mij, door de genade van zijn Geest, heeft doen ontstaan en dat mijn broeders in de christelijke gemeenschap hebben herkend en aangemoedigd? En hoe ga ik om met deze gave: beleef ik ze met edelmoedigheid, ten dienste van allen, of verwaarloos ik ze en komt ik er toe ze te vergeten? Of wordt het soms een reden tot hoogmoed, zodanig dat ik steeds opnieuw klaag over de anderen en eis dat men in de gemeenschap altijd mijn wil zou doen? Dit zijn vragen die we ons moeten stellen: als er in mij een charisma is, als dat charisma door de Kerk herkend wordt, ben ik dan tevreden met dat charisma of ben ik een beetje jaloers op de charisma’s van de anderen, als ik het kon willen zou ik dat charisma dan willen hebben?
Het charisma is een gave: alleen God geeft het! De mooiste ervaring is evenwel te ontdekken met hoeveel verschillende charisma’s en met hoeveel gaven van zijn Heilige Geest de Vader zijn Kerk overstelpt! (…) elke ontvangen gave wordt slechts ten volle verwerkelijkt, wanneer ze gedeeld wordt met de broeders, voor het welzijn van allen. Dat is de Kerk!
De volledige tekst van deze toespraak.
Bovenstaande citaten komen uit de catechese die paus Franciscus op 1 oktober 2014 gaf tijdens een audiëntie op het Sint-Pietersplein. Het was de achtste catechese in een reeks over de Kerk.