Definitie Norbert Baumert SJ

Dr. Norbert Baumert SJ heeft de geschiedenis van de betekenis van het woord charisma beschreven in Charisma-Taufe-Geisttaufe. In Bd. I, komt hij op pag. 250 tot deze definitie: 
‘Charisma ist eine aus der Gnade Gottes hervorgehende, jeweils von Gott dem Heiligen Geist besonders, nämlich individuell und ereignishaft, zugeteilte Befähigung des einzelnen zum Leben und Dienen in der Heilsgemeinschaft der Kirche und in der Welt.’ 

Prof. dr. Kees van der Kooi bespreekt de gegevens die Baumert aandraagt in dit artikel, waarin hij schrijft: 'Van charisma is sprake wanneer een persoon ingeschakeld wordt voor een bepaalde dienst. Het Duitse woord ‘Befähigung’ dat Baumert gebruikt, duidt op de actie, op de bekwaammaking. Het gaat niet om een aanwezige natuurlijke aanleg – die kan er zijn of niet – het gaat om het bekwaam gemaakt worden, de feitelijke en ongewone indienstneming van deze persoon.  Daarbij plaatst hij als voetnoot: 'Het zal ook duidelijk zijn dat hiermee de manier waarop Miroslav Volf heeft gepoogd het charismabegrip te verbreden tot iets waar ieder deel aan heeft, die werkt en daarmee een bijdrage levert aan een leefbare wereld een enorme verdunning ondergaat en zijn kracht verliest. Zie M. Volf, Work in the Spirit. Toward a Theology of Work, Oxford: OUP 1991.'

In dit artikel komt Van der Kooi tot deze eigen definitie van wat een charisma is en hoe je een charisma kunt herkennen.