Geschiedenis
'Het christendom was in aanvang een charismatische beweging binnen het jodendom,' zei de prof. dr. Jan Van der Veken in 1998 tijdens een theologisch congres van de charismatische vernieuwing aan de VU. Na het concilie van Jeruzalem (Handelingen 15) werden steeds meer niet-Joden opgenomen in de gemeenschap van volgelingen van Jezus. Die kregen de overhand en in de daarop volgende eeuwen verloor de Kerk steeds meer haar besef van het Joodse begin. In de tweede helft van 20e eeuw begon de Kerk opnieuw haar Joodse wortels te ontdekken en kwam een repectvolle dialoog op gang.
Twee artikelen van pater Leo van der Klaauw a.a., uitgegeven door de Katholieke Charismatische Vernieuwing in 1998, geven samen een historisch overzicht.
CHRISTENEN EN JODEN (1 en 2):
1. Van scheuring tot holocaust
2. De oudere broeder teruggevonden
Zeer ingrijpend gewijzigd
Het onderricht in de Rooms-Katholieke Kerk over haar verhouding tot het Joodse volk is zeer ingrijpend gewijzigd in de periode 1933-1965. In het boek From enemy to brother, van de Amerikaanse historicus John Connelly, staat zeer gedetailleerd beschreven hoe dit ging en hoe dit resulteerde in wat het Tweede Vaticaans concilie heeft vastgelegd in Nostra aetate 4 (oktober 1965). Connelly illustreerd hoe de Joodse katholieke jezuïet Johannes M. Oesterreicher (1904-1993) in dit proces van herbezinning een hoofdrol heeft gespeeld. Een persoonlijk onderhoud van de Franse Joodse historicus Jules Isaac (1877-1963) met paus Johannes XXIII deed de paus besluiten een concilieuitspraak over de Joden te laten voorbereiden.
Actuele dialoog
In de dialoog tussen de Rooms-Katholieke Kerk en het orthodoxe Jodendom worden nog altijd stapjes voorwaarts gezet, terwijl de dialoog met in-Jezus-gelovende Joodse theologen op 2 juni 2017 volop in de openbaarheid kwam tijdens een symposium aan de Pauselijke Universiteit Urbania te Rome, bij gelegenheid van de viering 50 jaar KCV.
Kees Slijkerman
augustus 2018